Direct naar content
< overzicht

BoerenCoaches in het nieuws

Het Kampereiland is volgens velen het mooiste stukje IJsseldelta. De grazende koeien in het uitgestrekte weidelandschap, kronkelende dijkjes, historische terpboerderijen en de waterrijke  natuur nodigen uit tot een nadere kennismaking.  Deze blog, over de BoerenCoaches, is afkomstig uit de Kampereilandrubriek.Steeds meer boeren in Nederland kiezen ervoor hun koeien het hele jaar op stal te houden. Lekker makkelijk, want je maait je grasland gewoon een keer of vier per jaar en gooit het maaisel vervolgens als voervoorraad voor de koeien netjes ‘op de bult’. Op het Kampereiland overdenken diverse boeren of ze ook die stap moeten zetten, maar de meeste volgen toch hun boerenhart. “Consument en boeren zien de koeien het liefst in de wei, maar het moet wel uit kunnen”, aldus de boerencoaches Berwoud Koster en Jan Anne Roetman.

“Veel boeren gaan meer koeien melken, maar de keuze voor weidegang bepaalt de boer uiteindelijk zelf”, zegt Koster. “Veel hangt af van de vraag of je efficiënt kunt blijven werken”. Op zijn boerderij aan de Frieseweg beschikt Koster over een melkrobot in de stal. Als de koe aandrang voelt om melk te geven loopt hij daarheen en dan gebeurt het melken volautomatisch. “Maar dat kan niet als de koeien te ver van de boerderij staan”, vertelt hij. “Sommige raken ook uit hun ritme als ze dan weer naar buiten en dan weer naar binnen moeten. Ik los het op door de koeien korter buiten te laten.”

Jan Anne Roetman staat voor dezelfde vraag, hoewel hij niet zo’n robot heeft. “Ik wil wel meer koeien gaan melken”, zegt hij, “maar ook blijven beweiden. Want koeien zijn uiteindelijk grasmaaiers. Maar dan moet ik wel voldoende voeropbrengst uit mijn grasland halen. Afgelopen maanden is het relatief koud en droog geweest, dus staat er te weinig gras buiten. Ik moet daarom zorgen dat er steeds genoeg voorraad gedroogd gras is. Kuil noemen we dat. Ik werk daarbij, net als Berwoud, met de kringloopwijzer.

‘Met graslandbeheer kun je zeker geld verdienen’

De kringloopwijzer is een handig meetinstrument voor kringlooplandbouw. Kringloopboeren werken efficiënter en belasten natuur en milieu minder. De kans dat de koe verbonden blijft met het weidse, oude landschap van het Kampereiland hangt dus mede af van het succes van de kringloopboeren. Daarom heeft de Stadserven via het project Weidse Waarden de studiegroep Bodem & Praktijk in het leven geroepen. Hierin komen boeren van het Kampereiland regelmatig bijeen en Koster en Roetman zijn als boerencoaches hierbij betrokken. Of het werkt? “Jazeker”, zegt Koster, “natuurlijk speelt het weer een belangrijke rol in je jaarlijkse bedrijfsresultaat, maar bewust of onbewust zullen je inspanningen zich toch uitbetalen in een betere bedrijfsvoering.” Roetman kan dat alleen maar beamen. “Ik merk dat graslandbeheer een vorm van vakmanschap vergt, maar als je dat eenmaal in de vingers hebt kun je er zeker geld mee verdienen. Boeren die daar vragen over hebben kunnen ons als boerencoaches altijd even over bellen. Of appen natuurlijk!”

Kringlooplandbouw: wat is dat?

Op het Kampereiland zijn momenteel ruim 30 agrarisch ondernemers bezig met kringlooplandbouw. Om tot het beste productieresultaat te komen, zoeken zij voortdurend naar een optimale afstemming tussen bodem, voer, koe en mest. Een kringloopwijzer helpt hen bijvoorbeeld te bepalen hoeveel gras er nodig is om de koeien zo te voeden dat ze gezond blijven en de gewenste dosis melk geven. Ook zien ze hoeveel mest en mineralen ze moeten uitrijden om de vruchtbaarheid van de grond weer op peil te krijgen, zonder meststoffen te verspillen.