Door: Maartje Bos, MSc student Animal Science aan de Wageningen Universiteit
Toen in 2003 de Mineralenbalans niet meer gebruikt kon worden als wettelijk sturingsmiddel om milieuverliezen in de melkveehouderij te reduceren, volgde er een stelsel van excretienormen per dier en gebruiksnormen per grondsoort en gewas. Via de handreiking bedrijfsspecifieke excretie (bekend als BEX) werd het vanaf 2006 mogelijk gemaakt om op vrijwillige basis aan te tonen dat een melkveebedrijf een efficiëntere N/ P-dierbenutting heeft dan aangenomen wordt op basis van de excretie normen. In 2010 lanceerde zuivelonderneming CONO Kaasmakers het KringloopKompas. Dit instrument maakte gebruik van de BEX als belangrijke basis bij de registratie van kringloopcijfers. De uitbouw van de BEX naar het beschrijven van de hele kringloop werd toen in gang gezet. De BEX (excretie van N en P) werd uitgebreid met de BEA (ammoniak), BEP (fosfaatontrekking), BEN (stikstofontrekking), BES (stikstofbemesting dierlijke mest) en BEC (klimaat) en vormde zo de KringloopWijzer (KLW). Tijdens de ontwikkeling van de BEX en KLW nam de aandacht voor het sluiten van kringlopen en kringlooplandbouw ook steeds verder toe.
Commententaren zijn gesloten.